dec 13 2011

Regionale voorronde European Union Science Olympiad

 

Op vrijdag 16 december aanstaande vindt de regionale voorronde van de European Union Sciencelogo universiteit maastricht 150x150 Scholieren worden even wetenschappers Olympiad (EUSO) plaats bij de Universiteit Maastricht.

De EUSO is een wedstrijd voor havo- en vwo-leerlingen met een natuurprofiel en bestaat uit het doen van experimenten binnen het domein van biologie, scheikunde en natuurkunde. Het doel van de wedstrijd is het uitdagen en stimuleren van geïnteresseerde en getalenteerde leerlingen op het gebied van science, door ze te laten ervaren wat het is om een echte wetenschapper te zijn. Het is de eerste keer dat de UM aan dit initiatief meedoet.

Vanaf september konden alle havo/vwo-leerlingen jonger dan 17 jaar zich – in teams van drie – inschrijven voor de regionale voorronde en aangeven bij welke van de twaalf deelnemende universiteiten (waaronder de UM) en hogeschool ze het experiment willen uitvoeren. Zes teams van in totaal achttien leerlingen, afkomstig uit verschillende Limburgse en Brabantse middelbare scholen, komen op 16 december naar Maastricht.

Van de leerlingen wordt onder andere verwacht dat ze snel en accuraat informatie verwerken, met apparatuur kunnen omgaan, nauwgezet metingen verrichten, waarnemingen doen, de waargenomen resultaten rekenkundig en grafisch verwerken, grafieken interpreteren en conclusies trekken. Daarbij is het belangrijk dat ze op een creatieve manier samenwerken, waarbij voornamelijk gelet wordt op de teamgeest.

De zes teams voeren hetzelfde experiment uit, dat is opgesteld door de nationale EUSO-organisatie. Twee labs bij de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML), die doorgaans door UM-studenten en -wetenschappers gebruikt worden voor practica en onderzoek, worden hiervoor ter beschikking gesteld.

De jury, bestaande uit drie UM-wetenschappers, beoordeelt de teams onder andere op nauwkeurigheid en samenwerking en kent punten toe voor de beantwoording van de verschillende vragen binnen het experiment. Het winnende team gaat samen met de winnaars van de overige regionale voorrondes (elke deelnemende universiteit en hogeschool selecteert één winnend team) door naar de nationale eindronde in januari 2012, die plaatsvindt aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daar worden twee winnende teams geselecteerd die van 22 t/m 29 april 2012 naar de internationale EUSO in Vilnius, Litouwen gaan, waar zij de ‘science-eer’ van Nederland vertegenwoordigen op Europees niveau.


dec 10 2011

Vmbo-g slecht uit scholentest Trouw

Schoolbord»Schoolbord         Foto: Justin Wan, sxc.hu

Toegevoegd: zaterdag 10 dec 2011, 03:39 Update: zaterdag 10 dec 2011, 07:23

Bijna tweederde van de vmbo-scholen voor de gemengde leerweg presteert ver onder de maat. Dat blijkt uit de jaarlijkse meting van schoolprestaties van Trouw. De krant baseert zich op cijfers van de Onderwijsinspectie.

Veel eindexamenleerlingen halen bij de gemengde leerweg voor belangrijke vakken onvoldoendes. Ze slagen wel doordat de cijfers worden gecompenseerd met schoolonderzoeken.

Van alle onderzochte scholen, ook havo en vwo, krijgt bijna een kwart een onvoldoende.

Vernieuwend onderwijs

Uit de meting blijkt verder dat scholen met vernieuwend onderwijs beduidend lager scoren. Het slagingspercentage wijkt nauwelijks af, maar de cijfers waarmee leerlingen slagen zijn veel lager.

Op dit soort scholen mogen leerlingen veel meer zelf bepalen hoe ze hun tijd besteden.


dec 10 2011

Vernieuwende scholen scoren lage cijfers

Scholieren buigen zich over de eindexamens.© anp
Fleur de Weerd en Hanne Obbink −10/12/11, 04:25

Op scholen die bezig zijn met vernieuwend onderwijs, halen leerlingen hun diploma vaak met heel magere cijfers. Dat blijkt uit Schoolprestaties, het jaarlijkse onderzoek van Trouw naar de resultaten in het voortgezet onderwijs.

Trouw keek naar acht scholen die aan de weg timmeren met vormen van het zogeheten Nieuwe Leren. Van die aanduiding hebben de scholen zelf inmiddels afstand van genomen, maar ze geven hun leerlingen nog steeds veel gelegenheid om hun eigen nieuwsgierigheid te volgen en zich de stof zelfstandig eigen te maken.
De acht scholen hebben meestal een havo- en een vwo-afdeling en vaak ook een vmbo-afdeling voor de theoretische leerweg. Van de zestien afdelingen die deze acht scholen samen hebben, krijgen er slechts drie een zesje van de onderzoekers, beleidssocioloog Stan van Alphen en hoogleraar onderwijsprestaties Jaap Dronkers. Alle andere scoren een vijf of lager.
Het percentage leerlingen dat slaagt op deze scholen, wijkt door de bank genomen weinig af van het gemiddelde. Maar de cijfers waarmee ze slagen wel.
Kijk voor alle schoolprestaties op trouw.nl/schoolprestaties

Lees het artikel


dec 3 2011

Middelbare scholen gebruiken voortaan dezelfde richtlijn voor overstappers van vmbo-havo

(Novum) Utrecht – Alle middelbare scholen gebruiken voortaan dezelfde richtlijn voor het toelaten van leerlingen van het vmbo die willen doorstromen naar de havo. De VO-raad is akkoord gegaan met de zogeheten Toelatingscode vmbo-havo, maakte de koepelorganisatie voor het voortgezet onderwijs donderdag bekend.

De code houdt onder meer in dat havo-scholen maximaal een 6,8 mogen eisen als gemiddeld eindexamencijfer om vmbo-leerlingen te mogen toelaten. Ook moeten havo-scholen het advies van de vmbo-school over de betreffende leerling altijd betrekken in hun oordeel.

Aanleiding voor het instellen van de code was de praktijk dat scholen verschillende toelatingseisen hanteerden voor vmbo’ers die door wilden leren op de havo of onduidelijk daarover waren. De code moet ervoor zorgen dat vmbo’ers een ‘eerlijke en realistische’ kans krijgen om door te stromen. Ook zijn afspraken gemaakt over een betere inhoudelijke aansluiting tussen het vbmo en de havo


nov 7 2011

18.000 scholieren door het oog van de naald

maandag 7 november 2011 12:39
Utrecht – Ruim 18.000 extra leerlingen in het voortgezet onderwijs zouden in 2011 gezakt zijn als de strengere exameneisen al van kracht waren geweest.

Foto: archief EHF

Dit blijkt uit een herberekening die de VO-raad vandaag bekend maakt op zijn 1e lustrumbijeenkomst op het Panta Rhei College in Amstelveen. Op bijna alle niveaus is sprake van een verdubbeling van het aantal gezakten.

Voor het vmbo wordt de exacte omvang van het aantal extra gezakten dit schooljaar al duidelijk. Voor havo en vwo worden de gevolgen stapsgewijs duidelijk, omdat de kernvakkenregeling pas volgend schooljaar (2012-2013) ingaat.

Opvallend is dat meisjes het hardst worden getroffen: ruim 10.600 meisjes meer zouden hun diploma niet gehaald hebben, tegenover bijna 7.400 jongens extra. Voorzitter van de VO-raad, Sjoerd Slagter: “Scholen zullen hun uiterste best doen om te voorkomen dat deze cijfers werkelijkheid worden, maar ze kunnen geen ijzer met handen breken. De kans is reëel dat een grote groep extra leerlingen zal afstromen naar lagere niveaus of zelfs zal uitvallen.”

De cijfers
Volgens de herberekening zakken in de basisberoepsgericht leerweg van het vmbo straks 2700 leerlingen (12,75% van alle leerlingen), terwijl er eerder 1000 (4,7%) zakten. In het vmbo-kader stijgt het aantal gezakten van 1500 (5,7%) naar 4600 (17,5%), en op het vmbo (g)t van 3700 (7,4%) naar 8700 (17,4%). Op het havo stijgt het aantal gezakten van 7200 (14,6%) naar 12200 (24,6%) en op het vwo van 4100 (11,3%) naar 7400 (20,2%).

De herberekening is uitgevoerd door het project Vensters voor Verantwoording van de VO-raad en is gebaseerd op de voorlopige examenresultaten van schooljaar 2010-2011. Met deze cijfers is berekend wat de gevolgen zijn van de nieuwe exameneisen die de komende twee jaar ingaan.

Strengere exameneisen
Vanaf 1 augustus 2011 moeten leerlingen voor het centraal examen gemiddeld een voldoende halen om te kunnen slagen. Daarnaast telt voor de basisberoeps-gerichte leerweg van het vmbo het schoolexamen niet langer dubbel voor het eindcijfer. Op havo en vwo mogen leerlingen voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één onvoldoende (5) halen.

Standpunt VO-raad
De strengere eisen zijn elk op zich reëel, maar de opeenstapeling van verschillende maatregelen en het hoge tempo waarin de veranderingen worden doorgevoerd, zorgen ervoor dat de lat voor een grote groep eenvoudigweg te hoog komt te liggen. Het hoge tempo zet ook nog eens de docenten onder behoorlijke druk. Daar komt bij dat calculerend gedrag zich voornamelijk zal voordoen bij havo en vwo-leerlingen en minder bij vmbo-leerlingen.

Voor leerlingen op het laagste niveau van het vmbo betekent dat in veel gevallen dat ze de school verlaten zonder diploma. Slagter: “Ook wij streven naar hogere leerprestaties en denken dat er op hogere niveaus best een tandje bijgezet kan worden. Maar het is de vraag of het onderwijs er beter op wordt als kansen van leerlingen worden ingeperkt en voor een deel van de leerlingen zelfs het perspectief op een VO-diploma verdwijnt.”

De VO-raad zal de gevolgen van de nieuwe eisen op de voet volgen en via Vensters voor Verantwoording nauwkeurig in kaart brengen. Slagter: “Ik vraag de minister de signalen uit het veld serieus te nemen en — met ons- naar eventuele oplossingen voor het volgende schooljaar te zoeken.”

Intussen ondersteunt de VO-raad scholen zo veel mogelijk bij hun inspanningen om leerlingen beter te laten presteren én kansen te geven. Aan het begin van dit schooljaar zijn de cijfers van de herberekening op schoolniveau beschikbaar gesteld, zodat scholen ze kunnen gebruiken om gerichte maatregelen te nemen.


sep 6 2011

Arbeidsmarkt recent gediplomeerden stabiliseert

Geplaatst op 06 September 2011

geslaagd 150x136 Arbeidsmarkt recent gediplomeerden stabiliseertUit de resultaten van het jaarlijks ROA onderzoek schoolverlaters blijkt dat de arbeidsmarkt voor recent gediplomeerden stabiliseert. De werkloosheid onder gediplomeerde schoolverlaters van het MBO daalde licht tussen meetjaar 2009 (6%) en 2010 (5,6%) en de werkloosheid onder de afgestudeerden van het HBO bleef stabiel op 6%.

Onder de gediplomeerden van het MBO niveau 1 (niveau 1 is formeel gezien geen startkwalificatie voor de arbeidsmarkt) is de werkloosheid weliswaar (aanzienlijk) hoger, maar deze groep gediplomeerden profiteerde het meest van het economische herstel in de tweede helft van 2010. Dat en meer blijkt uit het rapport ‘Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2010’, van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht.

Het ROA voert jaarlijks onderzoek onder gediplomeerde en voortijdige schoolverlaters uit. Dit rapport gaat over schoolverlaters van het schooljaar 2008/2009 die eind 2010 werden geënquêteerd. Van de ruim negentigduizend benaderden reageerde 30%. De resultaten hebben betrekking op
gediplomeerde schoolverlaters van bijna de volle breedte van het onderwijs: VMBO, voltijds MBO (BOL), MBO ‘leren en werken’ (BBL), HAVO, VWO en HBO en op voortijdige schoolverlaters van het VMBO, het MBO, het HAVO en het VWO. Enkele conclusies per opleidingstype op een rij:

MBO (BOL en BBL)

• Het School-Ex programma in het MBO verlichtte de druk op de arbeidsmarkt en vergrootte de kans op werk: Persoonlijke studiekeuzeadviezen hebben de kans vergroot dat jongeren na het behalen van het MBO-diploma hun onderwijscarrière hebben voortgezet en persoonlijke beroepskeuzeadviezen hebben tot een kortere intredewerkloosheid geleid.

• Onderwijs mag volgens MBO gediplomeerden pittiger: Slechts 22% van de MBO-BOL en 29% van de MBO-BBL gediplomeerden vond de examens
en opdrachten pittig en 31% (MBO-BOL) en 37% (MBO-BBL) vond de opleiding uitdagend.

HBO

• HBO afgestudeerden kennen ook in meetjaar 2010 een goede aansluiting opleiding-werk: 80% vond werk op minimaal eigen onderwijsniveau en 79% werk dat goed aansluit bij de gevolgde opleiding.

• Onderwijs mag volgens HBO afgestudeerden pittiger: Slechts 35% van de afgestudeerden vond de opleiding uitdagend en 24% vond de examens pittig.

VMBO, HAVO, VWO

• De gediplomeerden zijn in de regel tevreden over de voorlichting en studiebegeleiding. Zij ervaren in de regel ook een goede aansluiting met de gekozen vervolgopleiding.

• Veel gediplomeerden van het HAVO en VWO wisselen van studie. 15% van de HAVO, VWO gediplomeerden doet dat in het eerste jaar van het
vervolgonderwijs. Slechts een kleine minderheid (3%) van hen verlaat definitief het onderwijs.

Voortijdige Schoolverlaters

• Een studiekeuze die verkeer uitpakt, problemen met de (geestelijke) gezondheid en de aantrekkingskracht van de arbeidsmarkt zijn al jaren de stabiele “top drie” van de redenen van uitval. Ook combinaties van redenen komen vaak voor.

• Jongeren in de grote steden geven dezelfde redenen op voor hun uitval als jongeren in de rest van Nederland. De verdeling en de trends komen overeen.

• Mbo-opleidingen die jongeren als pittig ervaren, kennen minder afhakers. Vooral de opleidingen op de hogere MBO-niveaus worden relatief
vaak als gemakkelijk ervaren.

• De economische crisis van 2009 heeft weinig effect gehad op de redenen van voortijdige schooluitval.

Website Kerncijfers Schoolverlatersonderzoeken

www.roa.unimaas.nl/kerncijfers.htm

De website biedt de mogelijkheid om alle cijfers afkomstig van de schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) op een eenvoudige manier op te vragen. Via een menu kunnen de kerncijfers geraadpleegd worden via twee hoofdgroepen ‘naar
onderwijs’ en ‘naar onderwerp’. De hoofdgroep ‘Naar Onderwijs’ laat alle kerncijfers zien naar een in het menu te selecteren onderwijsniveau, -sector of opleiding. De hoofdgroep ‘Naar Onderwerp’ laat één in het menu te selecteren kerncijfer zien naar alle onderwijsniveaus, -sectoren of opleidingen. De website biedt naast een overzicht van de meest actuele resultaten ook de cijfers afkomstig van eerdere metingen onder de gediplomeerde schoolverlaters en de afgestudeerden van het Nederlandse onderwijs.

Bron: http://www.maastrichtaktueel.nl/arbeidsmarkt-voor-gediplomeerden-stabiel/


aug 30 2011

‘Niet snijden in profielen havo-vwo’

Hanne Obbink − 30/08/11, 07:57 Trouw
VWO-leerlingen van het Stedelijk Dalton Lyceum in Dordrecht vorig jaar tijdens hun eindexamen Nederlands. © anp

Als ze verstandig is, ziet minister Van Bijsterveldt af van het plan uit het regeerakkoord om het aantal profielen in havo en vwo te verminderen. Dat is de boodschap van een advies van de Onderwijsraad.

Het kabinet wil 50 miljoen euro bezuinigen door het aantal profielen (zeg maar: vakkenpakketten) terug te brengen. Nu kunnen leerlingen in de hoogste klassen van havo en vwo nog kiezen uit vier profielen: twee met vooral exacte vakken en twee met talen en maatschappijvakken. Als dat er minder worden, bijvoorbeeld één maatschappijprofiel en één exact profiel, kan het onderwijs efficiënter en dus goedkoper worden georganiseerd, zo staat in het regeerakkoord.

Later voegde minister Van Bijsterveldt daar nog de overweging aan toe dat overzichtelijker profielen er misschien ook toe leiden dat scholen meer aandacht gaan besteden aan de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.

Niets van waar, stelt de Onderwijsraad. Voor verreweg de meeste scholen levert zo’n ingreep geen bezuiniging op, omdat ze hoe dan ook hun leerlingen een minimum aantal uren les moeten geven. Inhoudelijk wordt het onderwijs er ook niet beter van. Integendeel, een opzet met minder profielen biedt waarschijnlijk een wankeler basis voor doorstuderen op hogeschool of universiteit, vooral in bèta- en technische opleidingen.

Toch hoeven veranderingen in de profielen niet per se te worden uitgesloten, vervolgt de Onderwijsraad. Maar dan moet er eerst een grondige analyse worden uitgevoerd van hoe het nu gaat en wat er in de toekomst nodig is. Dat kan leiden tot nieuwe inhoud van bestaande vakken of zelfs tot het invoeren van nieuwe vakken. Maar van zo’n ingrijpende hervorming wil Van Bijsterveldt nu juist niets weten.

Zelf heeft de Onderwijsraad al eens geopperd dat de profielen misschien ook geheel afgeschaft kunnen worden. Stel alleen Nederlands, Engels en wiskunde verplicht als eindexamenvak, zo luidde die suggestie destijds, en laat het aan scholen en leerlingen over om voor de rest verstandige keuzes te maken. Maar ook dat kan pas, voegt de raad er nu aan toe, als er eerst uitgebreid gediscussieerd wordt over wat havisten en vwo’ers precies aan kennis moeten meekrijgen.

Van Bijsterveldt vindt dat het advies van de Onderwijsraad ‘waardevolle aanknopingspunten’ biedt. Maar volgens haar woordvoerster is het voorbarig om nu al te beslissen over het aantal profielen. Voor de leerlingen (verenigd in het Laks) en de leraren (verenigd in de vakbonden AOb en CNV Onderwijs) is wél duidelijk wat er moet gebeuren: de bezuiniging op de profielen moet van de baan.


aug 22 2011

Chinezen doen het goed in Nederland

Maandag 22 augustus 2011 | Redactie Wereldjournalisten
De conclusie van de op 19 augustus verschenen Sociaal en Cultureel Planbureau-publicatie “Chinese Nederlanders. Van horeca naar hogeschool” is helder: Chinezen in ons land doen het prima. Ze gaan vaker naar HAVO/VWO dan allochtone leerlingen en stromen vaker door naar het hoger onderwijs. Er zijn minder Chinezen dan vroeger werkzaam in de horeca. Ze zijn op de arbeidsmarkt juist sterk vertegenwoordigd in de hoge functies en de werkloosheid is met net 5% laag.

beeld/2011/08/m1ezqe7a9sho_396.jpg -

In de SCP-publicatie Chinese Nederlanders. Van horeca naar hogeschool. wordt een beeld gegeven van de positie van Chinese Nederlanders op o.a. onderwijs, taal, werk, wonen, gezondheid en interetnisch contact. Opvallende conclusies:

  • De Chinese groep is in omvang de vijfde grootste niet-westerse migrantengroep in Nederland. In de afgelopen tien jaar zijn veel Chinezen naar Nederland gekomen om te studeren.
  • 43% van de werknemers met een Chinese achtergrond is werkzaam in de horeca, dit aandeel is lager dan in het verleden.
  • Tweederde van de Chinese leerlingen volgt HAVO/VWO tegenover circa de helft van de autochtone leerlingen. 85% van de tweede generatie gaat door naar het hoger onderwijs, tegenover 59% van de autochtonen.
  • De tweede generatie doet het goed op de arbeidsmarkt: zij zijn sterk vertegenwoordigd in de hoge functies en de werkloosheid is met net 5% laag.
  • Chinese Nederlanders van de eerste generatie hebben veel moeite met de Nederlandse taal en hebben relatief weinig contact met autochtonen. Van de tweede generatie heeft meer dan de helft een autochtone beste vriend.
  • Een op de vijf huishoudens van Chinese herkomst valt in de laagste inkomenscategorie. Van de 45-65 jarigen heeft 15% een bijstandsuitkering.

De vijfde grootste niet-westerse bevolkingsgroep

Al zijn de Chinezen als groep al 100 jaar in Nederland, toch is het aantal migranten dat hier al dertig jaar of langer is klein. De vroegst gearriveerden kwamen vooral om te werken in de horeca. Later kwam de gezinsmigratie op gang. Een op de drie Chinezen in Nederland is hier geboren.
Er wonen in Nederland ongeveer 110.000 Chinezen. Meer dan 70.000 van hen zijn afkomstig uit de Volksrepubliek China en Hongkong. De Chinezen uit landen als Indonesië en Suriname zijn in de bevolkingsstatistieken niet als Chinezen te onderscheiden. Zij konden daarom niet in dit onderzoek worden betrokken. Vooral in de laatste tien jaar is de Chinese bevolkingsgroep sterk in omvang toegenomen door de komst van studie- en kennismigranten. Zij zijn jong, alleenstaand, vaker vrouw en hoog opgeleid. Ze spreken nauwelijks Nederlands, voelen zich hier niet erg thuis en gaan vooral om met herkomstgenoten. Tussen 2000 en 2010 zijn 16.500 Chinese studenten naar Nederland gekomen. Zij komen op een tijdelijk visum naar Nederland, maar uit onze gegevens blijkt dat bijna 30% van de groep die sinds 2000 voor studie naar Nederland is gekomen, inmiddels niet meer studeert en veelal in Nederland aan het werk is.
Bijna twee op de drie bedrijven van Chinese ondernemers is te vinden in de horeca. 43% van werknemers met een Chinese achtergrond is in deze sector werkzaam. Dit aandeel is wel lager dan in het verleden. Het aandeel zelfstandige ondernemers onder de Chinezen is met 13% hoog, hoger dan bijvoorbeeld bij Turkse Nederlanders (7%) en autochtone Nederlanders (7%).

Chinees-Nederlandse kinderen doen het zeer goed in het onderwijs

In de Chinese cultuur hecht men veel waarde aan onderwijs. Hard werken en goed presteren zijn belangrijk voor Chinese ouders. Het is duidelijk dat dit de schoolprestaties van hun kinderen ten goede komt. Hun HAVO- en vooral VWO-deelname ligt ver boven die van andere migrantengroepen en ook boven die van autochtone leerlingen. Er is bovendien weinig uitval uit het onderwijs. Ook de instroom in het hoger onderwijs is veel hoger dan onder autochtone jongeren.
Lage werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid
Chinese Nederlanders doen het goed op de Nederlandse arbeidsmarkt. Onder de voor 1990 gemigreerde eerste generatie ligt de netto-arbeidsparticipatie met 73% boven die van autochtonen. Van de hele Chinese beroepsbevolking in Nederland is 6% werkloos (tweede generatie 5%), tegenover 4% onder autochtone Nederlanders. Turkse en Marokkaanse Nederlanders laten aandelen boven de 10% zien. Ook de uitkeringsafhankelijkheid is relatief laag onder Chinese Nederlanders: 0,8% heeft een ww-uitkering en 1,2% een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Wel heeft 15% van de 45-65-jarigen een bijstandsuitkering.
Bijna de helft van de Chinese huishoudens heeft volgens CBS cijfers een besteedbaar inkomen lager dan 20.000 euro. Dit aandeel is voor autochtone Nederlanders 23%. Overigens is het inkomen onder Chinese Nederlanders – net als onder andere niet-westerse groepen – de laatste tien jaar wel gestegen.

Meer gericht op herkomstgroep dan op Nederland

Minder dan de helft van de Chinese Nederlanders identificeert zich (zeer) sterk met Nederland, zij gebruiken relatief weinig Nederlandse media, participeren weinig in het verenigingsleven en hebben niet zo frequent contact met autochtone Nederlanders. De familie neemt een centrale plaats in. De Chinezen lijken verder sterker gericht op de eigen herkomstgroep dan op het herkomstland. Gevoelens van heimwee en de wens om terug te keren naar het herkomstland zijn beperkt.
De Chinese gemeenschap is door de grote diversiteit wat betreft herkomstregio en taal intern gefragmenteerd. Mandarijn is de taal van degenen die na 1990 naar Nederland zijn gemigreerd. Net als hun ouders, die al voor 1990 zijn gekomen, spreekt de tweede generatie in meerderheid Kantonees.
Ongeveer een kwart van de relaties (gehuwd en ongehuwd) van Chinese Nederlanders is van gemengde samenstelling. Vrouwen van Chinese herkomst gaan meer dan drie keer zo vaak een relatie aan met een autochtone man dan Chinese mannen met een autochtone vrouw.
Geen grote problemen in de beeldvorming
In vergelijking met andere migrantengroepen voelen Chinese Nederlanders zich meer geaccepteerd en hebben zij minder het idee dat het maatschappelijk klimaat ongunstig is voor migranten. Ook rapporteren zij minder discriminatie. Een kwart zegt af en toe gediscrimineerd te worden en slechts 3% (zeer) vaak.

Generatieverschillen

Chinese migranten van de eerste generatie hebben in vergelijking met andere migrantengroepen veel moeite met de Nederlandse taal. Toch heeft de helft wel een taal- of inburgeringscursus gevolgd.
Bij ruim een derde van de al lang in Nederland wonende eerste generatie is sprake van het ontbreken van frequent sociaal contact, ook met de eigen groep. Het opleidingsniveau is relatief laag: een derde van hen heeft maximaal basisonderwijs voltooid. Verder valt op dat deze eerste generatie migranten zich minder vaak gelukkig voelen en vaker gezondheidsproblemen hebben.
De in Nederland geboren Chinese Nederlanders maken op alle terreinen een enorme sprong voorwaarts ten opzichte van de eerste generatie. Onder degenen die niet meer op school zitten (20-35 jarigen), heeft maar liefst 86% een startkwalificatie (autochtonen: 81%). Ook op de arbeidsmarkt is de tweede generatie succesvol. Zij werken vaak in hogere functies. Gezien de massale deelname aan het hoger onderwijs, is de verwachting dat dit in de toekomst alleen nog maar verder zal toenemen. Ook op de woningmarkt neemt de tweede generatie een betere positie in dan de eerste.

In sociaal en cultureel opzicht staat de tweede generatie dichter bij de autochtone Nederlanders. Zij spreken goed Nederlands. Een op de vijf spreekt helemaal geen Chinese taal meer. Zij hebben veel contacten met autochtone Nederlanders, zijn modern in hun opvattingen en van de in Nederland geboren Chinezen voelt 90% zich thuis in Nederland. Opvallend is dat van de tweede generatie een derde de wens heeft om te wonen in een ander land dan Nederland of China.


mei 24 2011

Negen lessen voor een beter hbo

bron: http://onderwijs.vkbanen.nl/banen/artikel/Negen-lessen-voor-een-beter-hbo/438874.html
24/05/2011

Negen lessen voor een beter hbo
De affaire bij hogeschool Inholland is allesbehalve een incident, stelt de vereniging Beter Onderwijs Nederland. Het is de hoogste tijd om lessen te trekken. Dat schrijft Fenna Vergeer-Mudde vandaag in de Volkskrant.

Eind jaren negentig besluit Jos Elbers, bestuursvoorzitter van hogeschool Inholland, van zijn school de grootste van Nederland te maken; vijf hogescholen uit tien steden maakte hij tot een school met zo’n 40 duizend studenten. Iedereen kon zien dat een dergelijk plan niet kon slagen. Van begin af aan ging het mis. Toen al klaagden docenten en studenten over de ontstane mega-instelling, met tientallen opleidingen die alle dezelfde didactiek hanteerden: het competentiegericht onderwijs.

Nu lijkt deze school een incident te zijn, maar Beter Onderwijs Nederland (BON) ontving de laatste vijf jaar talloze signalen waaruit blijkt dat Inholland geen incident is, maar exemplarisch voor gelukkig niet alle, maar wel een groot deel van de hbo-opleidingen. Het is buitengewoon jammer dat het lijkt of er alleen met Inholland van alles mis is.

Staatssecretaris Zijlstra van OCW kondigde afgelopen vrijdag maatregelen aan die er niet om liegen; adviezen die rechtstreeks uit het Deltaplan Onderwijs van de BON lijken te komen. Er komen landelijke examens, er worden eisen gesteld aan de docenten en de rol van de Inspectie van het Onderwijs wordt verzwaard. Dat is een enorme stap in de goede richting, want tot voor kort waren noch de hogescholen noch de bestuursraden noch de politiek vatbaar voor kritiek en verbetervoorstellen die al in de tijd dat Mark Rutte staatssecretaris van Onderwijs was door mij zijn geopperd. Voor verdere kwaliteitsverbetering van het hbo zijn negen lessen te trekken.

Vijf lessen voor de hogescholen

1. Geef weer les
Laatdestudentennietmetzelfwerkurenaanhunlotover.Zorgvoorvoldoende lesuren met instructie en begeleiding. In 2003 ben ik begonnen met het stellen van Kamervragen over de afbraak van de onderwijskwaliteit en de stijgende inzet van publiek geld aan overhead. Uit een daarop volgend onderzoek van de Inspectie blijkt dat het niveau bij Inholland na fusies is gekelderd door een gebrek aan vakdocenten, gatenroosters en te weinig begeleiding van studenten bij projecten.

Inholland bezuinigt vooral op docenten door invoering van het zogenoemde competentiegericht onderwijs, waarbij studenten een groot deel van de week thuis zitten. Ook bij andere hogescholen blijkt dit te spelen.

Continue reading


mei 13 2011

Ook autist wil havo/vwo doen

Leerlingen van het Aurum College in Lelystad. Foto: Jörgen Caris
Konden autisten vroeger alleen naar het vmbo, sinds enkele jaren zijn er ook speciale scholen waar havo of vwo kan worden gedaan. Nog wel. Door de bezuiniging op speciaal onderwijs houden sommige er al mee op.

‘Studeren in Groningen’. Een felrode studiegids ligt op een grijze kast in een overwegend grijs lokaal op het Aurum College in Lelystad. Elf leerlingen hebben er elk een plek, gescheiden van anderen door schotten. In het midden staat een houten tafel, waarop de leerlingen in de pauze tosti’s maken en waaraan ze eten. “De meeste leerlingen gaan in de pauze niet naar buiten. “Het tosti-apparaat is dus een hot item”, zegt de 15-jarige Braz met een stalen gezicht.

Het is het soort grap dat de kinderen op zijn basisschool niet begrepen, zegt Braz. Op zijn beurt begreep hij lichaamsuitdrukkingen en humor van anderen niet. “Dat heb ik moeten leren met behulp van smileys.” Op het Aurum College ligt dat anders. Het is een middelbare school voor kinderen met een autistische stoornis. Vandaar de afgescheiden leerplekken: autistische kinderen werken niet graag samen. De rode studiegids is een van de weinige kleurrijke voorwerpen in het lokaal. Te veel prikkels maken de leerlingen onrustig.

Continue reading